FAQ

Veelgestelde vragen over gezond en veilig werken in uw magazijn

Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E)

De betekenis van RI&E is Risico-Inventarisatie en Evaluatie. Elk bedrijf met personeel is wettelijk verplicht de risico’s voor werknemers te inventariseren en evalueren. Denk hierbij aan arbozorg, verzuimbeleid, werkplekinrichting, fysieke belasting, visuele informatie en het werken met machines. Deze risico’s worden schriftelijk vastgelegd in een zogenoemde RI&E. Hier worden bijvoorbeeld ook de arbeidsongevallen uit het verleden in meegenomen.

Hier lees je er meer over >>

Ja. De Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) is verplicht voor bedrijven met personeel. Welke verplichtingen je als bedrijf hebt, hangt af van het aantal medewerkers dat een bedrijf in dienst heeft.

Hier lees je er meer over >>

Om te beginnen moet je weten dat de Arbowet geen specifieke geldigheidsduur heeft gesteld aan de RI&E. Wel staat er vermeld dat het belangrijk is dat dit document actueel blijft. Dit betekent dat je de RI&E moet aanpassen bij ingrijpende wijzigingen aan werkmethoden, werkomstandigheden of gebruikte techniek.

Hier lees je er meer over >>

Als werkgever mag je zelf een RI&E uitvoeren. Bedenk wel dat er veel tijd in gaat zitten. Bij het uitvoeren van een RI&E is het belangrijk dat je objectief naar de bedrijfssituatie kijkt. Betrek ook voldoende medewerkers bij dit proces. Zij werken dagelijks op de werkvloer en weten vaak het beste welke risico’s zich voordoen.

Hier lees je er meer over >>

Of je je RI&E moet laten toetsen ligt aan: het aantal medewerkers, het aantal arbeidsuren en het RI&E-instrument dat je gebruikt.

Je hoeft je RI&E niet te laten toetsen als je voldoet aan de volgende voorwaarden:

•    Je hebt minder dan 25 medewerkers in dienst hebt
•    Je medewerkers verrichten in totaal voor minder dan 40 uur per week aan arbeid
•    Je maakt gebruik van een erkend RI&E-instrument
•    Je laat je RI&E opstellen en toetsen door een deskundige

In alle andere gevallen moet je de RI&E laten toetsen door een gecertificeerd deskundige.

Heftruck

Volgens artikel 7.17c lid 1 van het Arbobesluit moet de werknemer beschikken over een specifieke deskundigheid voor de bediening van dit arbeidsmiddel en is de werkgever hiervoor verantwoordelijk. De heftruckchauffeur moet dus wel worden opgeleid.

De gebruiker moet bekend zijn met de bediening van de machine en de aard van de werkzaamheden. Kort gezegd moet hij machinegericht, werkgerelateerd en aantoonbaar zijn geïnstrueerd. Dat houdt in dat hij moet zijn opgeleid voor de machine waarmee hij gaat werken en dat een certificaat dat zou kunnen aantonen.

Of een chauffeur deskundig is, blijkt bijvoorbeeld uit zijn vaktechnische vaardigheden, zoals het positioneren van de truck, het positioneren van de pallet in een stelling en het laden van de vrachtauto, maar ook of hij theoretische kennis heeft en of hij de verkeers- en voorrangsregels kent bij u in het bedrijf, zoals de maximale rijsnelheid, de rijroutes en de onderhoudsverantwoordelijkheden.

In de Code Gezond en Veilig Magazijn wordt extra nadruk gelegd op gedrag; hoe veiligheidsbewust is de chauffeur en is hij daarin opgeleid?

Een heftruck is een motorisch aangedreven machine, voorzien van een mast. Deze machine is bedoeld om goederen horizontaal en verticaal te vervoeren en te plaatsen. Naast de motorische aandrijving (elektrisch of verbranding) is het hebben van een mast cruciaal.

Er zijn verschillende varianten denkbaar:

  • Handpalletwagen: geen heftruck, geen instructieverplicht
  • Meeloop elektrische palletwagen: geen heftruck, maar wel instructieplichtig
  • Meerij elektrische palletwagen: geen heftruck, maar wel instructieplichtig
  • Stapelaar: heftruck, instructieplichtig
  • Vorkheftruck: heftruck, instructieplichtig
  • Magazijntruck: dit ligt aan het soort, wat het bedrijf hier onder verstaat – zie horizontaal en/of verticaal transport, wel of geen mast
  • Reachtruck: heftruck, instructieplichtig
  • Orderpicktruck: dit ligt aan het soort, wat het bedrijf hier onder verstaat – zie horizontaal en/of verticaal transport, wel of geen mast
  • Elektrische trekker: vermoedelijk een elektrisch industrietrekker, geen heftruck maar wel instructieplichtig

Dat mag vanaf 16 jaar, maar tot de chauffeur 18 jaar is, mag hij of zij uitsluitend werken onder deskundig toezicht. Door het gemis aan ervaring is deze leeftijdsgroep namelijk altijd een potentiële risicogroep. Zelfs als de 16 of 17-jarige wél de opleiding heeft gehad is het niet aan te raden hem of haar zelfstandig te laten werken.

Het deskundig toezicht moet de eventuele gevaren die de werkzaamheden met zich meebrengen voldoende ondervangen. Het deskundig toezicht moet zo zijn georganiseerd dat de gevaren, die op grond van volgens de Arbowet voorgeschreven RI&E aan die werkzaamheden zijn verbonden, voor jeugdige werknemers, worden voorkomen.

Er is geen wettelijke herhalingstermijn. Bij een groot deel van het bedrijfsleven en de meeste opleiders is draagvlak voor de ongeschreven wet dat om de vijf jaar herhalen van de interntransportopleiding noodzakelijk is om kennis, veiligheidsbewustzijn en vaardigheid op peil te houden.

Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid, die moet worden gedragen door werkgever en werknemer: om gezond en veilig te kunnen werken, is de werkgever verplicht om te voorzien in voorlichting en moet de werknemer daaraan deelnemen. De werkgever bepaalt in welke vorm de voorlichting wordt gegeven en faciliteert deze.

Als alle aspecten worden behandeld die een persoon in staat stelt om zijn of haar taak uit te oefenen. Zeer belangrijk is dat instructies zich niet beperken tot het verschaffen van informatie, maar dat er ook wordt getoetst en gehandhaafd.

Ja, dat mag. Het opleiden van interntransportmedewerkers is echter vakwerk en kan niet zomaar door de eerste de beste worden gedaan. De instructeur moet een gedegen en deskundig gegeven instructie (onderricht) hebben gevolgd om als bedrijfsinstructeur eigen personeel op te leiden.

Nee, dat mag hij of zij niet zomaar. Een medewerker moet machine- en werkgericht zijn opgeleid. Het is evengoed belangrijk dat een transportmiddel niet voor andere doeleinden wordt ingezet dan waarvoor het is ontworpen. Daarom is het opleiden en handhaven van medewerkers ook zo belangrijk. Als een transportmiddel voor andere doeleinden wordt ingezet, kan het goed zijn dat hierbij nieuwe risico’s ontstaan waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen. Een voorbeeld van oneigenlijk gebruik is het optillen van mensen met een heftruck op de vork.

De maximum snelheid die je met een (hef)truck mag rijden is volledig afhankelijk van de omstandigheden zoals; omgeving, type /merk truck, type banden, soort last op de vorken, zicht, ander verkeer, e.a. Bepaal voor jouw specifieke situatie de maximum snelheid, leg deze vast in verkeersregels en breng alle medewerkers op de hoogte. Zorg daarnaast vooral voor goede rijvaardigheid en dat snelheden aangepast worden aan de omstandigheden en dat hier dagelijks aandacht voor is.

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Als blijkt uit de RI&E dat er een risico bestaat op overrijden van de voet, of bijvoorbeeld een risico dat er artikelen uit een stelling vallen, dan is in een magazijn waar zowel rijdende interntransportmiddelen als voetgangers aanwezig zijn, het dragen van veiligheidsschoenen verplicht. Let op: hiervoor gelden geen uitzonderingen, de regel geldt ook voor kantoorpersoneel, bezoekers of iemand die ‘even snel’ iets uit het magazijn wil pakken.

In beginsel is hier geen verplichting toe. Los van het feit dat een truck zich niet laat tegenhouden door een lijntje, is het meer dan raadzaam om het dragen van veiligheidsschoenen in alle gevallen verplicht te stellen en te faciliteren in uw magazijn.

Er is geen wettelijke verplichting tot het dragen van een veiligheidshesje, maar het is wel een noodzakelijke aanvulling op het creëren van een zo veilig mogelijk magazijn. Denk hierbij ook aan bezoekers en uitzendkrachten.

In artikel 8.3 lid 1 van het Arbobesluit (Arbeidsomstandighedenbesluit) staat hierover:

  • Indien gevaar voor de veiligheid of de gezondheid van een werknemer op de arbeidsplaats aanwezig is of kan ontstaan, zijn voor de werknemers die aan dat gevaar blootstaan of kunnen blootstaan, persoonlijke beschermingsmiddelen in voldoende aantal beschikbaar.
  • In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, wordt ervoor gezorgd dat de werknemers de persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken.
  • Persoonlijke beschermingsmiddelen worden onderhouden, gerepareerd en zindelijk gehouden.
  • Ten behoeve van het goed functioneren van persoonlijke beschermingsmiddelen vinden de noodzakelijke vervangingen daarvan plaats.

Als het interntransportmiddel is voorzien van een veiligheidsgordel, is de werknemer verplicht de gordel te gebruiken. Als een chauffeur regelmatig de truck moet verlaten, kan het gebruik van de veiligheidsgordel onhandig zijn en het werk belemmeren. Het is dan de overweging waard om het risico van bekneld raken bij kantelen op een andere manier te minimaliseren. Dit kan door het aanbrengen van beugels of poorten of door het uitrusten van de truck met een cabine. Deze afweging zal een onderdeel in de RI&E moeten vormen.

Verkeersplan

Een verkeersplan is een middel voor een werkgever om te voldoen aan de verplichting te voorzien in een veilige en gezonde werkomgeving. Een verkeersplan is niet expliciet verplicht gesteld in de wetgeving, maar het is een onmisbaar onderdeel van de borging van veiligheid in elke werkomgeving met (intern) transport.

In de Arbowet staan geen specifieke regels voor belijning, ook niet over bijvoorbeeld kleur- en materiaalgebruik. Goede belijning en vloermarkeringen zijn echter van groot belang. Ze brengen structuur aan en orde in uw magazijn. Een gestructureerde werkplek leidt tot overzicht, rust en focus. Een niet onbelangrijke bijkomstigheid is dat het op termijn ook de productiviteit verhoogt.

Antwoord staat in artikel 7.17.c van het Arbobesluit (Arbeidsomstandighedenbesluit) staat het volgende:

  • Indien een mobiel arbeidsmiddel zich binnen een werkzone waar werknemers zich kunnen bevinden, beweegt, worden doeltreffende verkeersregels vastgesteld.
  • Doeltreffende organisatorische maatregelen worden genomen om te voorkomen dat werknemers zich bevinden in de werkzone van mobiele arbeidsmiddelen met eigen aandrijving.
  • Indien voor de goede uitvoering van de werkzaamheden de aanwezigheid van werknemers in een werkzone als bedoeld in het vijfde lid, is vereist, worden doeltreffende maatregelen genomen om te voorkomen dat zij door het mobiele arbeidsmiddel gewond raken.

Veiligheidscultuur

Antwoord van Albert Heijn (winnaar Prijs Veiligste Magazijn 2019)

Joost de Bont: “Wij hebben zeker te maken met anderstaligen in onze magazijnen. Wij werken met ca. 1000 mensen in een DC, hiervan is ca. 50% flexkracht. Wij hebben uitzendbureau’s in-house die helpen bij werven en onboarden. We hebben de eis dat een anderstalige collega in ieder geval Engels spreekt. Dit wordt de laatste tijd best een uitdaging met de krapte op de arbeidsmarkt. Om toch betrokkenheid te krijgen vragen we ze wel bij onze hotspotaanpak. Zij denken ook mee en zijn gelijk aan de andere collega’s. Iedereen zit in dezelfde koffiecorner pauze te houden en delen de kleedkamers. Daarnaast zijn al onze communicatie uitingen in Nederlands, Engels en Pools. Onze collega’s komen voornamelijk uit Polen. Het traject van onboarding begint al in het thuisland waar men informatie krijgt over de werkplek. Eenmaal hier in Nederland aangekomen gaan ze een onboardingstraject in. De eerste week starten we met veiligheidstraining en een training over het werk op de vloer. Hierna brengen we theorie in de praktijk en wordt met nog 2 weken begeleid tijdens bijv. orderpickwerkzaamheden door het uitzendbureau. Onze medewerkers kunnen via AH een taaltraining volgen waarin ze basis woordjes Nederlands of Pools kunnen leren.”

Aanvulling Martijn Deurloo: “De leidinggevenden van onze flex-collega’s zijn vrijwel allemaal Pools en beheersen de Nederlandse taal. Zij spelen een belangrijke rol als de communicatie toch een keer niet soepel verloopt. Dat geldt ook voor de kantoormedewerkers van de on-site uitzender. De dagelijkse koffiepraatjes waar we updates geven over het proces, en gevaarlijke situaties, bijna-ongevallen en ongevallen vindt plaats in de eigen taal. Verder zijn, naast alle communicatie, ook de trainingen in het Nederland, Engels en Pools.”

Hier lees je er meer over >>

Mis je een vraag of wil je meer informatie?

Laat het ons weten

Naar contact